Ontwormen
Door te vaak (onnodig) te ontwormen, is er in toenemende mate sprake van resistentie tegen de gebruikte middelen. De dierenarts en paardeneigenaar dienen verstandig om te gaan met de nog beschikbare middelen. Dus niet meer standaard, maar strategisch ontwormen. EénPK verzorgt een ontwormingsplan dat past bij uw paard of uw stal. Mestonderzoek maakt een onderdeel uit van dit plan, maar is niet altijd nodig.

Ontwormingsplan
Het toedienen van een wormenkuur maakt onderdeel uit van een ontwormingsplan. Andere belangrijke aspecten van het ontwormingsplan zijn: het mestonderzoek, stalhygiëne en weidemanagement. Het ontwormadvies wordt afgestemd op de leeftijd(en), de grootte van de kudde, de mogelijkheid tot verweiden of het weghalen van mest en de individuele resistentie van uw paard. Het is wettelijk verplicht dat uw paard bij ons staat ingeschreven, de dierenarts de huisvestingssituatie ter plekke kent en minimaal 1 per jaar fysiek een bezoek aflegt, alvorens ontwormingsmiddelen kunnen worden afgegeven. U kunt dus niet meer zomaar een ontwormingsmiddel af komen halen aan de balie.

Stalhygiëne en weidemanagement
In de eerste helft van het weideseizoen is voorkomen van weidebesmetting belangrijk. Land dat gemaaid is, waar schapen en/of runderen hebben geweid of waar dat weideseizoen nog geen paard op heeft gelopen, is veilig land. Haal één of liefst twee keer per week de mest uit de weide. Mest dagelijks de box en uitloop uit en vervang één keer per week de stalbedding. Met deze stappen verbetert u de kwaliteit van uw weide en stal en neemt de kans op wormbesmetting af. Herhaalt u dit consequent, dan beperkt u de risico’s op resistentie en voorkomt u gezondheidsproblemen in de toekomst.

Mestonderzoek
Middels een mestonderzoek wordt bepaald hoe zwaar het paard besmet is met een bepaalde wormsoort. Een kwantitatief onderzoek kan door éénPK worden uitgevoerd. Bij een eitelling onder de 200 epg hoef je (nog) niet te ontwormen, bij een eitelling boven de 500 epg is het verstandig wel te ontwormen. Bij tellingen tussen 200-500 epg is het afhankelijk van weideseizoen, besmettingsdruk, weidemanagement en de leeftijd van uw paard of u er verstandig aan doet om te ontwormen. EénPK kan u daarin adviseren.

Lintworm-, horzel- en aarsmaden eitjes worden met onderbrekingen uitgescheiden en vind je niet altijd terug in de mest. Het regelmatig uitvoeren van een mestonderzoek geeft een goed beeld van de individuele besmetting, de weidebesmetting en of een behandeling nodig is cq de behandeling effectief is geweest. Dit is belangrijk voor uw weidemanagement en voor het “op maat” ontwormen van uw paard.

Toedienen ontwormingsmiddel
De juiste dosering van het ontwormingsmiddel is afhankelijk van het gewicht van uw paard. Tabellen per ras, gewichtstapes en meetlinten helpen u met de schatting van het gewicht. Gewichtstapes onderschatten vaak met ongeveer 10% het gewicht van een groot paard. Bij kleine (mini)ponies overschatten de gewichtstapes het gewicht met ongeveer 10%.
Zorg ervoor dat het paard of de pony de mond leeg heeft, voordat u de ontwormingspasta toedient. Controleer of het dier al het ontwormingsmiddel binnenkrijgt. Onderdosering kan namelijk leiden tot resistentie.

Ontwormen
Door te vaak (onnodig) te  ontwormen, is er in toenemende mate sprake van resistentie tegen de gebruikte middelen. De dierenarts en paardeneigenaar dienen verstandig om te gaan met de nog beschikbare middelen. Dus niet meer standaard, maar strategisch ontwormen. EénPK verzorgt een ontwormingsplan dat past bij uw paard of uw stal. Mestonderzoek maakt een onderdeel uit van dit plan, maar is niet altijd nodig.

Ontwormingsplan
Het toedienen van een wormenkuur maakt onderdeel uit van een ontwormingsplan. Andere belangrijke aspecten van het ontwormingsplan zijn: het mestonderzoek, stalhygiëne en weidemanagement. Het ontwormadvies wordt afgestemd op de leeftijd(en), de grootte van de kudde, de mogelijkheid tot verweiden of het weghalen van mest en de individuele resistentie van uw paard. Het is wettelijk verplicht dat uw paard bij ons staat ingeschreven, de dierenarts de huisvestingssituatie ter plekke kent en minimaal 1 per jaar fysiek een bezoek aflegt, alvorens ontwormingsmiddelen kunnen worden afgegeven. U kunt dus niet meer zomaar een ontwormingsmiddel af komen halen aan de balie.

Stalhygiëne en weidemanagement
In de eerste helft van het weideseizoen is voorkomen van weidebesmetting belangrijk. Land dat gemaaid is, waar schapen en/of runderen hebben geweid of waar dat weideseizoen nog geen paard op heeft gelopen, is veilig land. Haal één of liefst twee keer per week de mest uit de weide. Mest dagelijks de box en uitloop uit en vervang één keer per week de stalbedding. Met deze stappen verbetert u de kwaliteit van uw weide en stal en neemt de kans op wormbesmetting af. Herhaalt u dit consequent, dan beperkt u de risico’s op resistentie en voorkomt u gezondheidsproblemen in de toekomst.

Mestonderzoek
Middels een mestonderzoek wordt bepaald hoe zwaar het paard besmet is met een bepaalde wormsoort. Een kwantitatief onderzoek kan door éénPK worden uitgevoerd. Bij een eitelling onder de 200 epg hoef je (nog) niet te ontwormen, bij een eitelling boven de 500 epg is het verstandig wel te ontwormen. Bij tellingen tussen 200-500 epg is het afhankelijk van weideseizoen, besmettingsdruk, weidemanagement en de leeftijd van uw paard of u er verstandig aan doet om te ontwormen. EénPK kan u daarin adviseren.

Lintworm-, horzel- en aarsmaden eitjes worden met onderbrekingen uitgescheiden en vind je niet altijd terug in de mest. Het regelmatig uitvoeren van een mestonderzoek geeft een goed beeld van de individuele besmetting, de weidebesmetting en of een behandeling nodig is cq de behandeling effectief is geweest. Dit is belangrijk voor uw weidemanagement en voor het “op maat” ontwormen van uw paard.

Toedienen ontwormingsmiddel
De juiste dosering van het ontwormingsmiddel is afhankelijk van het gewicht van uw paard. Tabellen per ras, gewichtstapes en meetlinten helpen u met de schatting van het gewicht. Gewichtstapes onderschatten vaak met ongeveer 10% het gewicht van een groot paard. Bij kleine (mini)ponies overschatten de gewichtstapes het gewicht met ongeveer 10%.
Zorg ervoor dat het paard of de pony de mond leeg heeft, voordat u de ontwormingspasta toedient. Controleer of het dier al het ontwormingsmiddel binnenkrijgt. Onderdosering kan namelijk leiden tot resistentie.

20/80 regel: 20% van de paarden zijn uitscheiders van 80% van de eieren en dit zijn vaak telkens dezelfde paarden!

Wanneer je van volwassen paarden (ouder dan 4-6 jaar) in een weideseizoen minimaal 3 x individueel de mest hebt onderzocht, blijkt dat je de dieren in grofweg 3 categorieën kunt indelen: hoog uitscheiders, gemiddelde uitscheiders en laag uitscheiders. Vaak blijven dieren over de jaren heen in dezelfde categorie zitten. De laag uitscheider hoeft minder vaak via mestonderzoek gecontroleerd en zelden ontwormd  te worden en heeft schijnbaar weinig last van de weidebesmetting. De hoog uitscheider moet vaker via mestonderzoek worden gecontroleerd en evt. ontwormd worden, zodat de weidebesmetting niet te hoog oploopt.

Factoren die dit uitscheidingsniveau van wormeieren kunnen veranderen zijn:

  • leeftijd : jonge dieren hebben nog weinig leeftijdsresistentie en scheiden sneller meer wormeieren uit, oudere dieren kunnen door weerstandsvermindering (door bijvoorbeeld PPID/Cushing) ook meer gaan uitscheiden. Dracht maakt dat ook bv een goed ontwormde merrie weer (meer) eieren gaat uitscheiden.
  • groepssamenstelling: groepsgrootte, verschillende leeftijdsgroepen door elkaar, veulens, drachtige/lacterende merries of grote groepen jonge dieren in de opfok hebben een grotere kans om sneller besmet te raken en zwaardere worminfekties op te lopen.
  • weidebeheer
    *mest verwijderen (minimaal 2x per week) maakt dat de besmettingsdruk en kansen sterk afnemen. Dit is de beste manier om besmetting te voorkomen
    *weiland slepen en de mest verspreiden maakt de besmetting eerder meer dan minder;
    *af en toe verweiden naar een nieuw/niet door paarden beweid stuk;
    *weiland bloten geeft een mooier weiland maar vermindert de wormbesmetting niet;
    *hooien/kuilen maakt een weiland wel schoon qua wormeieren;
    *wisselbeweiding met andere diersoorten (mn schaap) vermindert de infectiedruk aanzienlijk;
    *het opbrengen van eigen paardenmest op het land is wormtechnisch onschadelijk als de mest minimaal 2-3 maanden in de mesthoop heeft gebroeid.

Telefonisch spreekuur Dianne Kersten:
maandag t/m vrijdag van 08.30 tot 09.00 uur

Afspraken maken, (terug)bel boodschappen:
maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur

Medicatie ophalen, mestmonsters afgeven:
maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 21.00 uur
zaterdag van 09.00 tot 13.00 uur

KVK nr. 
BTW nr.
Rekening nr.
BIC nr.

54198720
NL001880232B23
NL15RABO0387670955
RABONL2U

éénPK, Paardenpraktijk Kersten

KVK nr. 
BTW nr.
Rekening nr.
BIC nr.

54198720
NL001880232B23
NL15RABO0387670955
RABONL2U

Telefonisch spreekuur Dianne Kersten:
maandag t/m vrijdag van 08.30 tot 09.00 uur

Afspraken maken, (terug)bel boodschappen:
maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur.

Medicatie ophalen, mestmonsters afgeven:
maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 21.00 uur
zaterdag van 09.00 tot 13.00 uur

Developed by MB Media Consultations